De Transardense Route



Inleiding


Het begon allemaal in 2011… Lien en ik gingen intussen reeds een tweetal jaar, meermaals naar de Ardennen. Samen zaten we thuis Tv te kijken toen ‘Vlaanderen Vakantieland’ begon. Die dag stond een reportage over de Transardense Route op het programma onder de noemer “ à l’aise op de transardennaisse ”.

De reportage was fantastisch en deed ons onmiddellijk watertanden naar onze volgende trip, en ik wist het zeker: dit wil ik ooit eens doen!

Een vijftal jaar later botsten we in AS Adventure tussen de reisboeken op een gids voor de Transardense Route. Ik kocht het boek, en ging in het online archief van Vlaanderen Vakantieland nog eens op zoek naar de bewuste reportage uit 2011. Wat was het weer dromen!

Ondertussen waren wij reeds geoefende wandelaars. Ikzelf legde tussen 2015 en 2019 drie maal de 50km van Omloop Kluisbergen af, voor Lien en onze viervoeter bleken echt extreem lange afstanden boven de 25 km toch wat hoog gegrepen.

Na jaren zoeken naar een compagnon om de Transardense Route met mij af te leggen kwam ik eind 2017 Lieven tegen, een vriend die ik al enkele jaren niet meer had gezien. We praatten wat bij en bleken al snel dezelfde interesses te hebben: natuur, wandelen en de Ardennen.

Al snel werden de plannen gesmeed om in september 2019 samen de Transardense Route te wandelen.

Hierbij mijn verslag, vooraf gegaan door enkele weetjes over de Transardense Route en tips om de route vlekkeloos af te leggen.
In het verslag besteed ik extra aandacht aan fauna, flora en landschap. Alsook deel ik enkele vroegere ervaringen en goeie vakantietips aangaande de verschillende streken die we tijdens de tocht doorkruisen (alle tips zijn geel gemarkeerd).

Wat is de Transardense Route ?

De Transardense route in kaart
De Transardense Route is een wandelroute met vertrekpunt La Roche en eindpunt Bouillon. De route slingert door de hoge Ardennen, en dat mag je wel letterlijk nemen. In vogelvlucht liggen La Roche en Bouillon een kleine 57 kilometer van elkaar verwijderd, maar de afstand van de Transardense Route bedraagt tussen de 153 en 161 kilometer. Voor de afstand hanteer ik een interval, want de route kan vanwege enkele factoren sterk verschillen van wandelaar tot wandelaar. Het soort meetapparatuur, de gekozen voorlaatste etappe, eventuele omleidingen door boskap of jacht, en verschillende logeerplaatsen zorgen soms voor afwijkende resultaten. Wij wandelden in totaal 157 kilometer.

De Transardense route maakt deel uit van de GTA (Grande Traversée des Ardennes) en werd in 1980 uitgestippeld door " La maison de la randonnée – GTA Belgique vzw”. De route bestaat uit zeven etappes met verschillende afstanden, maar u kan de route uiteraard ook indelen zoals u zelf wenst.
Op de tocht wandelt u door de grootste Ardense wouden (ik schat zo’n 70% van de route), schilderachtige dorpen, en wordt u getrakteerd op de meest indrukwekkende panorama’s.

Hoe vind mijn de weg op de route ?

De geel-witte markeringen van de route
Tijdens de route moeten de geel-witte markeringen worden gevolgd. Meestal zijn de markeringen heel duidelijk en zijn vergissingen zo goed als onmogelijk, maar hier en daar zijn de markeringen aan vernieuwing/verduidelijking toe. Daarom adviseer ik iedereen om de wandeling toch ook even te downloaden op een wandel gps, of wandel app voor de smartphone. Ikzelf downloadde op voorhand de app “Locus Map” op mijn smartphone. Hierop staat de route geheel duidelijk in paarse kleur standaard aangeduid, zonder deze te moeten downloaden.


Ook is het interessant alvorens te vertrekken, de betekenis van de verschillende geel-witte vormen  te bestuderen. Naast het blijven volgen, wordt u ook verwittigd voor veranderingen van richting of het maken van foute keuzes. De markeringen hebben dezelfde betekenis als deze van de GR-routes (bekende rood-witte tekens).

Waar logeren ?

Op de Transardense route liggen tal van hotels, B&B’s en campings. Bij het uitstippelen van de route - en dan vooral de keuze van vertrek -en eindpunten van de etappes - werd hier duidelijk rekening mee gehouden. Al moet gezegd worden dat bij het uitstippelen van de route in 1980 waarschijnlijk het aanbod wat logies betreft in de Ardennen nog een pak hoger lag dan anno 2020.

Verschillende reisbureaus en organisaties bieden pakketten aan, waarbij hotels of B&B’s worden vastgelegd, een avondmaal wordt voorzien, en uw bagage dagelijks wordt geleverd op het eindpunt van elke etappe.

Geoefende trekkers kunnen uiteraard van camping tot camping met hun volledige uitrusting.
Wij pakten het iets anders aan…

Aangezien Lien de wandelingen niet mee stapte maar wel meekwam richting Ardennen, konden we kiezen voor een vast vakantiehuis en hadden we vanaf hier een dagelijkse ‘taxi’ naar het vertrekpunt, en vanaf het eindpunt terug een ‘taxi’ naar het vakantiehuis.

Dagen waarop Taxi Lien andere plannen had (en let op: dit kan wel de perfecte tip zijn voor duo’s die onze manier willen hanteren!) parkeerden we een wagen aan vertrek -en eindpunt. We lieten eerst één wagen achter aan het eindpunt, reden met de tweede naar het vertrekpunt, en reden op het einde weer samen met de wagen aan het eindpunt naar deze bij het vertrekpunt (dit kan zo uit een sketch van Gerard Vermeersch komen 😊).

Wij kozen als uitvalsbasis voor onze vaste stek in vakantiepark La Boverie in Jupille, vlakbij het startpunt.
Meer over dit vakantiepark vindt u in een andere post op onze blog.

Welke periode kies ik best ?

Wij kozen voor de derde week van september om verschillende redenen:
  • De Ardennen zijn voor ons persoonlijk op z’n mooist in de herfst. Bomen hebben de meest fantastische kleuren, alsook het landschap is dan het meest fotogeniek.
  • Ook zijn de dagen nog vrij lang. In de winter wordt het voor de etappes boven de 25 kilometer toch wat krap om deze tussen zonsopgang en- ondergang af te leggen.
  • Tijdens periodes van jacht zijn grote delen van het parcours afgesloten. Reken dat anno 2020 vanaf de laatste week van september tem eind februari stukken bos ontoegankelijk kunnen zijn.
  • In de zomer is het een pak drukker op de wandelpaden en is het verblijf stukken duurder. Wel heeft u dan uiteraard de grootste kans op mooi weer.
De week waarin wij de wandeling aflegden was qua weer perfect. Het kwik schommelde tussen de 18 en 25 graden, en het bleef de ganse week droog.

Start

De start van de etappe is de Place de Bronze in La Roche. Meteen komen we hier bij één van de weinige teleurstellingen op de route: hier staat nergens een officiële vermelding van de start van Transardense Route. Ik had immers al weken een foto in gedachten van ikzelf met het bord dat de start aankondigt. Jammer maar helaas…

Het is wat zoeken naar het eerste geel-witte teken, maar ter hoogte van de krantenwinkel op de hoek vindt u het terug en bent u vertrokken voor een fantastische tocht door de mooiste streek van ons land.

Etappe 1: La Roche – Sprimont (21,5 km)

Zoals in bovenstaand hoofdstuk reeds vermeld start de route in La Roche. Na zo’n kleine 800 meter begint meteen de zwaarste klim van de volledige tocht. We klimmen hier maar liefst 154 meter op een afstand van 1,1 kilometer. Dat belooft! , denk je dan uiteraard.
De startklim in La Roche

Echter is er na de klim genoeg tijd om te rusten en te genieten van het landschap. Landwegen en kleine asfaltwegen wisselen elkaar af door de dorpen en bossen van Hives, Lavaux, Erneuville en Cens. 

Dit laatste dorp staat in mijn geheugen gegrift. Toen we het dorp binnenkwamen hadden we reeds een vos en boomvalk gespot, wat we als fervente wild -en vogelspotters uiteraard als een topstart ervaarden! In de berm net voor het dorp lag een dood vrouwtje torenvalk. Vanuit de staart trok ik een pluim, die tijdens de rest van de week als geluksbrenger in mijn rugzak meereisde, en nu ligt te pronken in onze woonkamer.
Mogelijk wilde kat
Terwijl we het dode dier inspecteerden cirkelde een gigantische rode wouw rondjes boven ons hoofd, ongeduldig aan het wachten tot we weer vertrokken om de dode torenvalk als middagmaal te verorberen.
Ook zagen we in de velden een kat, die er toch verdacht wild uit zag. Oordeel zelf op de foto.

Bio-boerderij met automaat in Cens
Wanneer men Cens binnenkomt heeft men net de helft van de eerste etappe afgewandeld en passeert men een bio-boerderij, waar een automaat met gekoelde dranken en etenswaarden ter beschikking van de passant staat. Even de bankkaart invoeren, keuze maken, en klaar is kees. Wij kozen uiteraard voor een fris biertje, en genoten een kwartiertje van de stralende zon op het bankje bij de automaat.

Raven Wyompont
Vanuit Cens stappen we verder over het plattenland richting Wyompont. Vanaf hier neemt bos het over van het platteland tot aan de snelweg N4. Op het grondgebied van Wyompont werden we getrakteerd op het grootste spektakel van de dag, al dan niet van de volledige route. Een dertigtal raven cirkelde luid roepend rondjes boven het bos. Een nieuwsgierige buizerd werd prompt aangevallen door deze indrukwekkende vogels. Absoluut een topbeleving, als je weet dat de raaf in onze eigen regio uiterst zeldzaam is. We bleven hier toch wel een klein half uurtje genieten.
Oversteek van de N4

Voor het eindpunt in Sprimont wordt bereikt, moet de N4 nog worden gekruist. 

Dit is de eerste van twee grote snelwegen waar we op deze route over moeten. Hier bevinden we ons ook op het hoogste punt van de eerste etappe, namelijk 481 meter. Na de oversteek zijn we nog slechts 2,5 kilometer verwijderd van het eindpunt. Op een kleine honderd meter van het einde wandel je langs het domein van Wachirock. Hier kan om het einde van de eerste etappe te vieren, nog iets worden geconsumeerd op het gezellig terras van het campingrestaurant.

Gecharmeerd door deze eerste etappe, kijken we rijkhalzend uit naar de rest van de tocht.

Etappe 2: Sprimont – Saint-Hubert (21,5 km)

De tweede etappe start in Sprimont en leidt ons hoofdzakelijk door het bos naar Saint-Hubert, de hoofdstad van de jacht. In Sprimont is ook het ‘Maison de la Randonnée’ gevestigd, dat de Transardense route beheert.


Het hoeft dus niet te verbazen dat deze etappe tot in de puntjes is bewegwijzerd met geheel vernieuwde en gedetailleerde bewegwijzering. Let er wel op dat er op dit traject - meer bepaald in Lavacherie- ook een plaatselijke wandeling werd bewegwijzerd, eveneens met geel-witte bordjes. Extreem verwarrend en opletten geblazen dus!
Tussen Sprimont en Lavacherie

We duiken vanuit de dorpskern van Sprimont een prachtig natuurgebied binnen dat ons via knuppelpaden en mooi onderhouden wandelwegen richting Lavacherie leidt. Hier wandelen we een tijdje door de dorpskern, maar al snel verlaten we de bewoonde wereld en stappen we enkele kilometer langs de bosrand tot op een hoogte van 480 meter, om hierna op een afstand van 2 kilometer zo’n 120 meter te dalen tot in het gehucht Tonny. Hier duiken we het woud van Saint-Hubert in voor de komende 7 kilometer.

Bij het betreden van het woud van Saint-Hubert stappen we nu ook het gebied van de ‘Jachten van de Kroon’ binnen.  In februari 1882 wordt het jachtrecht in de bossen van Soignes, Saint-Hubert, Hertogenwald en de staatsgronden naast het Domaine d'Ardenne in Ciergnon voorbehouden aan het Koninklijk Huis. Zo’n honderd jaar later wordt het wildbeheer van de gebieden in Saint-Hubert en Hertogenwald (Hoge Venen) uit handen gegeven om een voorbeeldbeheer tot stand te brengen. Hierover vindt u meer via deze link:


Tijdens dit gedeelte door de bossen horen we opnieuw enkele raven, maar ook zwarte spechten. De zwarte specht hoorden wij voor de eerste keer, maar deze aparte roep vergeten we vanaf nu nooit meer. 

Lieven heeft zijn droomhuis gevonden
Na 5 kilometer vrij hard klimmen bereiken we het hoogste punt van deze etappe, op een hoogte van 554 meter.


Na het bos te hebben verlaten, wandelen we over het platteland met nog een kort gedeelte bos richting Saint-Hubert. Onderweg heeft Lieven in het dorp Vesqueville zijn droomhuis gevonden. Ver weg van alles en iedereen, en omringd door de mooiste natuur die ons land te bieden heeft. Dromen mag uiteraard.

We steken iets verder via een brugje de drukke N89 over en komen aan in Saint-Hubert.
Saint-Hubert in zicht
Hier hebben we uiteraard een dorstlesser verdiend, en doen we samen met Lien - die nagenoeg samen met ons aankomt - een terrasje bij hotel 2G. Hier logeerden Lien en ik een weekendje in 2012. Het hotel ziet er van buitenaf nog geen haar veranderd uit. Wij daarentegen…

Onlangs werd het centrum van de stad Saint-Hubert onder handen genomen, waardoor het eerder slordige stadscentrum nu een aantrekkelijke look heeft gekregen. De basiliek is zeker een bezoekje waard, en voor de bourgondiërs onder ons is Le Table des Champlons dé place2be voor de befaamde Ardense Collier.


Tot vorig jaar kwamen wij in Saint-Hubert geregeld dineren in ‘L’Ancien Hôpital’. Hier zorgden Hans en Ann voor de ultieme culinaire verwennerij. Sinds kort hebben zij hun concept veranderd, en kan l’Ancien Hôpital enkel nog door groepen worden afgehuurd. Anders dan bij traditionele gîtes is dat je hier niet hoeft te koken, maar Hans en Ann je dagelijks zowel ontbijt, middagmaal als avondmaal voorschotelen. Ook worden verscheidene seizoensarrangementen georganiseerd, met als topper het hertenarrangement tijdens de bronst van het edelhert.


Voor ons is Saint-Hubert vooral de place2be voor het spotten en fotograferen van wilde dieren. Tijdens de hertenbronst eind september gaat het burlen van het hert ’s nachts door merg en been. Ook de vele uitkijkposten op verschillende locaties in de stad en zijn deelgemeentes kunnen, wie stil is en de regels respecteert, geweldige ontmoetingen opleveren met edelherten, wilde zwijnen, reeën, vossen, dassen enz…

Wie meer tips wil voor het wildspotten in Saint-Hubert en omgeving, kan ons altijd contacteren via tomenliennatuurfotografie@telenet.be

Etappe 3: Saint-Hubert – Nassogne (26 km)

De derde etappe van Saint-Hubert richting Nassogne is degene waar Lieven en ik het meest hadden naar uitgekeken. Officieel is dit de langste etappe van de Transardense route, en ze is heel eenvoudig te beschrijven: 26 kilometer lang stijgen en dalen door het woud van Saint-Hubert richting Nassogne.


Zicht op de stad tijdens de eerste klim
De klim vanuit de stad richting het bos zorgt alvast voor een eerste pittige start. Van zodra de bewoonde wereld te hebben verlaten, waan je jezelf alleen op de wereld. De tocht gaat op en neer door het prachtig gevarieerde bos. Na de achterzijde van het wildpark van Saint-Hubert te zijn gepasseerd, klimmen we richting het monument van Koning Albert I. Achterop kijkend tijdens deze klim, geniet je van fantastische vergezichten. Aangekomen bij het monument hebben we zo’n 5 kilometer gewandeld en bevinden we ons op het hoogste punt van de Transardense route, namelijk 559 meter.

Kort voor zijn dodelijk val in Marche-les-Dames op 7 februari 1934 maakte koning Albert I hier nog een wandeltocht. Hij hield van dit woud, waardoor hij hier na zijn dood een monument kreeg en het bos naar hem werd genoemd.
Monument koning Albert I, hoogste punt van de route

Nu gaan we dalen tot we na 16 kilometer wandelen aankomen bij Fourneau Saint-Michel, ook het ‘Bokrijk van de Ardennen’ genoemd. Dit is een drukbezochte plaats die veel toeristen lokt, al was mijn eerste bezoek enkele jaren geleden wellicht ook mijn laatste. Elk zijn smaak zeker?


Overleden vuursalamander
We houden hier even halt voor onze picknick en vertrekken opnieuw voor een uiterst zware klim. Eerst stappen we nog een tweehonderdtal meter langs de openbare weg, om daarna opnieuw het bos in te duiken richting Nassogne. Hier verlaten we ook het gebied van de ‘Jachten van de Kroon’. Het is heel warm die dag en het asfaltweggetje waar maar geen einde aan lijkt te komen, brengt ons evenmin verkoeling. Onderweg treffen we een uitgedroogde vuursalamander aan die ons nog smekend lijkt aan te kijken, maar het mooie en zeldzame diertje is helaas overleden.


Wanneer we iets verder opnieuw naar links een bospad mogen nemen lijkt de laatste rechte lijn naar Nassogne te zijn ingezet. We hebben dan sinds Fourneau Saint-Michel over een traject van 4 kilometer zo’n 220 meter geklommen.

Het vervolg van de tocht laat ons rustig licht dalend slingeren, maar uiteraard beseffen we dat Nassogne niet in een dal ligt. Met nog één kilometer te gaan volgt een slotklim met 100 meter hoogteverschil. Het eindpunt van deze etappe is hierna bereikt!



In de auto is het broeiend heet, maar we zijn heel tevreden dat we deze etappe vrij vlot hebben afgelegd en het mooie Nassogne hebben bereikt. Onze verwachtingen zijn – met uitzondering van het spotten van een hert – voor 100% ingelost!

Nassogne is een bekend, maar niet extreem groot dorp. Wel hebben ze hier een trekpleister voor elke fijnproever, namelijk La ferme de Magerotte. Hier worden varkens gekweekt in de voor hen beste omstandigheden: ze hebben elk hun ‘chalet’ en een enorm beloop tot in het bos. Hierdoor zijn ze vrij van stress, en smaakt het varkensvlees dat kan aangekocht worden in de bijhorende slagerij in het centrum van Nassogne supermals!



Wie Nassogne met de wagen verlaat in de richting van Champlon komt iets voorbij de Ferme de Magerotte op de linkerkant een opmerkelijke constructie tegen, namelijk het Life+ observatieplatform van Elia (beheerder Belgisch hoogspanningsnet) en RTE (beheerder Frans hoogspanningsnet). Het doel van het Life+ project, gestart 2011, is de stroken land onder bovengrondse hoogspanningsleidingen in bebost gebied om te vormen naar ecologische corridors in België en Frankrijk. Vanaf het platform in Nassogne kan je een kilometer ver kijken, wat dit één van de beste plaatsen in de Ardennen maakt waar je wildlife kan spotten vanop enkele meter van je geparkeerde wagen.

Etappe 4: Nassogne – Mirwart (17,5 km)

De vierde etappe van Nassogne naar Mirwart is de kortste van de zeven. Ideaal na de zware etappe van gisteren. Zoals verwacht is dit ook de saaiste etappe, met lange stukken wandelen langs gewone asfaltwegen.


Zicht op Chooz vanuit Masbourg
Over de eerste 3,5 kilometer wandelen langs de weg vanuit Nassogne valt weinig boeiends te vertellen, de volgende 1,5 kilometer zorgen wel voor wat variatie. Hier dalen we langs een landweggetje richting het dorp Masbourg. Op onze rechterkant kan je eindeloos ver kijken, we zien hier zelfs de kerncentrale van Chooz (een dorp in Frankrijk, vlakbij Givet). Net voor het binnenkomen in Masbourg zijn we exact halverwege de Transardense Route. Tijd voor een Whatsappje richting familie en vrienden!

Vanuit Masbourg begint een vrij lange klim die zo’n 2,5 kilometer over een asfaltweg gaat. Hierna verlaten we de weg om een mooi stuk door het bos te stappen. Wanneer we ter hoogte van het dorp Mormont in het bos plots getrakteerd worden op een panorama aan onze linkerzijde, zien we iets heel opmerkelijk: we hebben hier een fantastisch zicht op de bossen bij Nassogne, en merken midden in het bos een soort ‘Balkan’-appartementsgebouw op.
Résidence Nanfurnal
Achteraf gezien zijn we hier gisteren vlakbij langsgewandeld in het bos, en blijkt dit de ‘Résidence Nanfurnal’ te zijn. Dit gebouw met 91 flats is eigendom van de gemeente Nassogne en werd in 1968 in gebruik genomen. De bewoners hebben hier ongetwijfeld een prachtig uitzicht, maar wat is dit afschuwelijk lelijke gebouw een doorn in het oog van het landschap.

Na onszelf in de wang te hebben geknepen en te hebben beseft dat dit alles echt was, wandelen we verder om verder af te dalen naar de verbindingsweg tussen Saint-Hubert en Rochefort. We hoeven hier slechts een tiental meter langs te wandelen, om via de asfaltweg opnieuw te klimmen richting Awenne.

In Awenne hadden Lien en ik een aantal jaren geleden een fantastische vakantie! We huurden vakantiehuis ‘Le Trou du Loup’ voor een midweek. Dit kleine gerenoveerde jachthuisje biedt plaats aan vier personen en is volledig omheind voor honden. Je hebt er een fantastisch zicht over het mooie woud van Saint-Hubert. Een absolute aanrader!


Afdaling door het bos vanuit Awenne
Ik ben dan ook heel blij om het huisje nog eens terug te zien, want we moeten het bospad nabij het huisje in om opnieuw naar dezelfde verbindingsweg van zonet af te dalen.  Dit stukje door het bos vond ik persoonlijk het mooiste gedeelte van deze etappe.

De verbindingsweg moet worden gekruist, en dan volgt nog een vrij lang en eerlijk gezegd vrij saai stuk langs de asfaltweg richting het eindpunt van deze etappe in Mirwart.

Voor wie in de Ardennen vertoeft en een makkelijke wandeling wil maken zonder al te veel onverhard te moeten wandelen en zonder snel verloren te lopen, is Mirwart zeker een aanrader. In het Domaine de Mirwart kan je verschillende wandelingen maken over de makkelijk te bewandelen verharde paden.

Etappe 5: Mirwart – Daverdisse (23,5 km)

De etappe van Mirwart richting Daverdisse was er één waar ik vooraf reeds hoge verwachtingen van had, en wat werden ze die dag ingelost. Deze etappe had werkelijk alles!

Oversteek van de E411
Na de wat saaiere vierde etappe, vertrokken we voor de vijfde etappe in Mirwart. Na nog een eind in het Domaine de Mirwart te hebben gestapt, duiken we het bos in voor de komende 8 kilometer. Tijdens deze 8 kilometer is het constant licht stijgen, maar vooral genieten van wat het bos te bieden heeft. Hoe verder we in het bos wandelen, hoe dichter we het verkeer van de E411 opmerken. Wanneer we het bos uitkomen zijn we ongeveer 200 meter gestegen, en wandelen we over de asfaltweg tot aan een brugje over de E411. Hier steken we na de N4 op dag 1, de tweede grote snelweg over die de Transardense Route kruist.

Na de E411 te zijn overgestoken komen we in het dorpje Transinne.
Transinne
Dit dorp is bekend vanwege het Euro Space Center. Het is een gezellig typisch Ardens dorp, maar met aan de ene kant de E411 en aan de andere kant de drukke N899 is het hier volgens mij nooit volledig stil.

Wanneer we Transinne verlaten, steken we de N899 over (opgelet bij het oversteken, de auto’s en vrachtwagens vlammen hier voorbij!) en nemen we een landweg richting het bos dat zo’n 200 meter van de straat verwijderd ligt. Hier staat een grote poort die de wandelaar zelf dient te openen, wat allemaal vrij makkelijk gaat.

We wandelen door dit prachtige bos en dalen af naar de Lesse. Na 2 kilometer is de Lesse bereikt, en wat is dit een fenomenaal mooie plek! Ik had al honderden verborgen parels gezien in de Ardennen, maar deze behoort zeker tot mijn top 5! Het is hier muisstil, je bevindt je midden in het bos en de Lesse kabbelt rustig tussen de rotsblokken waarop je even kan uitrusten.
Fantastisch moment aan de Lesse
Ik neem hier even de tijd om met een lange sluitertijd de Lesse op foto om te toveren tot een watergordijn. We blijven hier zeker een half uur genieten, en gaan met pijn in het hart verder. Nu is het stijgen over een wat moeilijk te bewandelen pad met grote stenen en keien dat later overgaat in een grassig weggetje, waar het opnieuw uitzonderlijk mooi is. Aan het einde van het weggetje moet opnieuw een poortje worden geopend, waarna we in het dorp Redu aankomen.

Boekendorp Redu
Redu staat bekend als het boekendorp. Hier vind je het ene tweedehands boekenwinkeltje naast het andere. Lien en ik komen hier bijna jaarlijks naar de prachtige grote rommelmarkt halverwege juni.
Er zijn ook een pak horecazaken, en uiteraard genieten we hier van een streekbiertje op een zonnig terras. Lieven kuiert nog wat tussen de tweedehandsboeken, ik telefoneer even met Lien, en we vertrekken opnieuw voor de laatste 7,5 kilometer van deze etappe.

De eerstvolgende 4 kilometer gaan opnieuw langs de gewone weg, maar het wordt alleen maar boeiender.

ESA Redu
Onderweg komen we plots een opmerkelijk terrein tegen, nog op grondgebied Redu. Op dit terrein van 29000 vierkante meter is het ESA gevestigd, en staan 43 draaibare antennes/schotels. Alle antennes staan in contact met een bepaalde satelliet. Meer info over het ESA vindt u via onderstaande link: 


Waterspreeuw
Vanaf het ESA terrein gaat het nog wat op en neer, en op zo’n 3 kilometer van het einde van deze etappe duiken we nog even het bos in als alternatief voor het volgen van de asfaltweg tot in Daverdisse. We wandelen langs de Lesse en spotten hier de waterspreeuw, één van de vogels die bovenaan Lieven zijn lijstje stond om op de wandeling te spotten. De kers op taart van deze prachtige etappe dus! Op het einde is er nog een pittige klim tot aan het kerkpleintje van Daverdisse. Morgen start hier de voorlaatste, alsook nog vrij lange etappe.

Etappe 6: Daverdisse – Mon Ideé (28 km)

Met de finish al in het achterhoofd starten we deze etappe van Daverdisse richting Mon Idée met volle moed. Echter blijkt achteraf dat deze etappe onze langst geregistreerde etappe is tijdens deze Transardense Route. Dit heeft alles te maken met het laatste stuk, waarbij je twee opties hebt.

Na 18,5 kilometer wandelen op deze zesde dag, heeft de wandelaar twee keuzes. Hij kan wandelen tot in het (niet meer bestaande) gehucht Mon Idée, of nog kleine twee kilometer stappen tot in Paliseul. De keuze voor de eerste optie zorgt ervoor dat de laatste etappe een pak korter wordt en het originele traject wordt aangehouden, echter is voor de doorreizer de tweede keuze de beste. In Paliseul is heel wat eet -en slaapgelegenheid, terwijl Mon Idée enkel bestaat uit wat verlaten gebouwen en de drukke weg tussen Dinant en Bouillon. Wellicht was hier bij het uitstippelen van de Transardense Route een hotel of camping aanwezig.

Van de naam ‘Mon Idée’ is niks meer terug te vinden, dus let goed op als u dezelfde keuze als ons maakt om een auto bij het eindpunt te plaatsen. Er is een grote parking bij een verlaten gebouw waar de Transardense Route de weg tussen Dinant en Bouillon kruist. Hier kan je makkelijk de wagen achterlaten.

De start in Daverdisse begint met een klim in het dorp, waarna we al snel een doodlopende straat in wandelen die op het einde overgaat in een onverhard pad door het bos. We blijven klimmen tot 425 meter hoogte, waarna we afdalen naar Porcheresse.
De weides links en rechts voor het binnenkomen van Porcheresse zijn volledig omgewoeld door everzwijnen, er schiet werkelijk geen grassprietje meer van over. Ik heb persoonlijk al honderden weides gezien met vroetsporen, maar deze overtreffen echt alles!


Prachtige kleine gîte in Porcheresse
Bij het binnenkomen van Porcheresse merken we op de hoek op het einde van de straat waarin we wandelen een uiterst kleine gîte op. Lieven herkent deze van zoektochten op het internet naar gîtes voor één of twee personen, en is uiteraard nieuwsgierig. Toevallig is een oudere dame het huisje aan het poetsen en ik spreek haar even aan. Ze is de eigenares van het huisje, en ze maakt het instapklaar voor de huurders die vanavond aankomen. We stellen ons voor en krijgen een rondleiding.
Dit huisje is een absolute aanrader voor alleenstaanden of een koppel met hondje, die er een weekendje tussenuit willen. De huurprijs is heel laag, en alle noden zijn aanwezig. We krijgen het mailadres en telefoonnummer van de eigenares, zodat we niet via dure websites hoeven te reserveren als we hier ooit eens op vakantie willen komen.



Wie over dit huisje meer info wenst, kan ons altijd contacteren via tomenliennatuurfotografie@telenet.be .


Wanneer we Porcheresse verlaten zijn we iets te enthousiast aan het napraten over de gîte en de vriendelijke eigenares, waardoor we een afslag missen en een vijfhondertal meter op onze stappen moeten terugkeren.

We verlaten de weg en wandelen opnieuw richting bos.

Na drie kilometer stappen door het bos komen we aan in Our. Voor ons beide was het de eerste maal in dit dorp, en we hadden dan ook absoluut niet verwacht in zo’n toeristische trekpleister terecht te komen. Our is het dorp van sterrenchef Maxime Collard.
Our
Hier kan je een stop maken in brasserie ‘Les terrasses de l’Our’, of voor wie enkele honderden euro’s teveel meesleurt op de wandeling dineren in het tweesterrenrestaurant ‘La table de Maxime’. De chef verhuurt ook een vakantiewoning en een ‘Eco-verblijf’ tussen de bomen. Deze laatste boomhut-achtige constructie aan de rand van het bos, en met zicht op de rivier en de brasserie springt meteen in het oog bij het verlaten van het bos en het binnenwandelen van Our.
We hadden ons voorgenomen in Our onze middagstop te houden, maar besluiten toch eerst even weg te wandelen uit de drukte van strak in het pak gekleedde toeristen en wagens met het prijskaartje van een comfortabele ééngezinswoning.

Na het dorp Our dus te hebben verlaten, mogen we opnieuw de rust van het bos opzoeken. We houden even halt voor onze picknick en wandelen verder. Enkele honderden meter verder is het toch wat schrikken: langs het bospad zien we alle struikgewas en jonge boompjes heen en weer bewegen en horen we een tiental everzwijnen knorren. We proberen ze te zien te krijgen vanop een jachtkansel, maar zonder succes. Als ze ons horen praten, vluchten ze weer het bos in.

Na het verlaten van het bos wandelen we nu opnieuw een stuk van een viertal kilometer over de gewone weg. We doorkruisen de dorpen Beth en Opont, tot we op de splitsing komen waar we het eerder in dit hoofdstuk over hadden.

We kiezen om de route te volgen naar Mon Idée. Hier laat de bewegwijzering helemaal te wensen over. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat wie de route via een organisatie afstapt, dit meestal met Paliseul als eindbestemming voor de voorlaatste etappe doet vanwege de aanwezige eet -en slaapgelegenheden. We besluiten voor alle zekerheid dan maar de route te volgen via de app op de smartphone, wat er - naast het foutje in Porcheresse - voor zorgt dat we op het einde van de etappe 28 kilometer hebben gestapt, en dit onverwacht de langste etappe van de volledige Transardense Route werd.

Na vanaf de splitsing eerst een stukje door het bos te hebben gewandeld, begint een wat vervelend stuk. Dit vanwege het constant heen en weer rijden van enkele boeren over de kleine weg die we een kilometer dienen te volgen. We moeten voortduren opzij en hebben elk een kleine kilogram zand binnen…

Stukje langs het spoor
Op de T-splitsing iets verderop gaan we rechtdoor voor een klein stukje door het bos, waarna we de spoorweg bereiken. Deze spoorweg doorkruist de provincie Namen, om waar wij momenteel ongeveer wandelen de provincie Luxemburg binnen te duiken tot in het Groot-Hertogdom Luxemburg.

We volgen de treinsporen tot aan het brugje iets verderop. We gaan onder het brugje en volgen de sporen nog enkele tientallen meter aan de andere kant. Hierna duiken we opnieuw het bos in voor de laatste drie kilometer van de tocht.

Na een vermoeiende en onverwacht lange etappe op deze hete septemberdag zijn we blij de auto te bereiken.

Op naar morgen voor onze laatste dag op de Transardense Route!

Etappe 7: Mon Idée – Bouillon (18,5 km)

Vandaag zijn we klaar voor de laatste loodjes over een terrein dat voor mij een pak bekender is dan voor Lieven.

Reeds jaren komen Lien en ik in november op vakantie in de streek van Bouillon. De laatste jaren logeerden we in B&B ‘La Chasse aux Trésors’ (zie ander artikel op onze blog hieraan gewijd) in Oizy, vakantiehuis La Semois et Moi in Rochehaut en vakantiehuis Domaine du Pichoux in Bellevaux.
Vrienden van ons wonen in het nabijgelegen Patignies.

Vandaag brengt Lien ons naar de start in Mon Idée en rijdt ze met de wagen door naar Bouillon, waar ze ons enkele uren later zal opwachten.
In deze streek zijn de bossen hier en daar heel dicht en donker. Het is in deze bossen dat we jaren geleden onze eerste ontmoetingen mochten hebben met edelherten, groepen everzwijnen en de wilde kat.


Een voor Lien en ik historisch bankje
Dat de bossen donker zijn mag ook Lieven snel ervaren. We steken de grote weg over om het eerste bos in te duiken in Baillamont. Het is een prachtig mysterieus stukje stappen. Wanneer we het bos verlaten komen we aan in Oizy bij een bankje waar Lien en ik tientallen keren ons aperitiefje nuttigden alvorens aan tafel te schuiven bij Rik en Britta in ‘La Chasse aux Trésors’, de B&B die hier op een hondertal meter in vogelvlucht van verwijderd ligt.

We volgen hier een lang, maar zeer rustig en mooi stuk asfaltweg. Aan beide kanten van de weg staan hier duizenden kerstbomen te popelen om binnen een tweetal maanden in een huiskamer te mogen pronken.
Na een eindje stappen kruisen we de weg die Menuchenet met Rochehaut verbindt en duiken we opnieuw het bos in. We gaan een stuk door, en een stuk langs het bos tot in het dorp Mogimont.
Onderweg passeerden we ook de achterzijde van de Fruytier Scrierie in Vivy. Deze enorme houtzagerij die deel uitmaakt van een grote groep in België en Luxemburg, kostte ons vanwege de sterke westenwind en het lawaai van de zagerij enkele slapeloze nachten in vakantiehuis Domaine Du Pichoux aan de overkant van de weg. Het vakantiehuis staat compleet afgezonderd van de bewoonde wereld, maar ligt spijtig genoeg zeer dicht bij dit 24/24 actief bedrijf.

Vanuit Mogimont slingeren we opnieuw door het bos tijdens het voor mij mooiste gedeelte van de wandeling. In de verte horen we de drukke verbindinsweg tussen Dinant en Bouillon, die we tijdens de ganse etappe parallel volgen, steeds dichterbij komen.
Na een drietal kilometer verlaten we het bos om aan te komen in Sensenruth. We wandelen door dit dorp om na het verlaten ervan een vrij zware klim te starten, waarna we hopen Bouillon in zicht te krijgen.

Na deze laatste kuitenbijter is Bouillon spijtig genoeg nog steeds niet in zicht en komen we aan in het dorpje Curfoz. Hier is het wat verwarrend. De Transardense Route loopt voor een groot deel gelijk met de GR15, en ook hier zou je verwachten dat we de GR15 zullen volgen via het mooie onverharde pad op onze linkerkant. Echter volgen we de verharde weg, die zich trouwens in een heel belabberde staat bevindt. Even verder komen we opnieuw samen met de GR15 (wie dit wil kan dus gerust het onverharde pad even als alternatief nemen).

Zicht vanop La Belvédère
Na enkele honderden meter komen we aan bij het eigenlijk symbolische eindpunt, namelijk het panorama van de Belvédère. Hier staat een 31,6 meter hoge uitkijkpost die u op een adembenemend zicht op de stad Bouillon en omgeving trakteert. De toren staat ook nog eens 180 meter hoger dan de Semois beneden, dus dit is zeker geen aanrader voor wie hoogtevrees heeft…

De toren is ook met de wagen bereikbaar voor wie in de streek op vakantie is, al is dit over de eerder vernoemde belabberde weg zeker geen aanrader. Om de toren te bezoeken is de beste keuze een aangelegd pad vanuit het stadscentrum, al is dit wel enkel voor de geoefende wandelaar.


Wij nemen dit pad in de omgekeerde richting met bestemming stadscentrum Bouillon. Waar tijdens de eerste etappe in La Roche meteen bij het begin de zwaarste klim van de Transardense Route op het programma stond, krijg je hier op het einde in Bouillon de zwaarste afdaling voorgeschoteld. Met reeds 155 kilometer in de benen is dit voor mij zeker geen lachtertje. Lieven heeft weinig problemen met de afdaling, maar ik verbijt het toch wel even door de pijn in mijn scheenbenen.
Bouillon
We wandelen langs de achterkant van het kasteel van Godfried van Bouillon om verder onder een brug te wandelen en het eindpunt van de Transardense Route te bereiken. Ook hier is net als in La Roche geen enkele verwijzing te vinden mbt de route. Gelukkig staat Lien hier paraat om ons te feliciteren met de geweldige prestatie!

Wie aankomt in Bouillon kan hier gerust zijn dag vullen, zeker bij mooi weer. In tegenstelling tot enkele jaren geleden bruist de stad weer. Winkeltjes zijn opnieuw geopend, en de vele gezellige terrasjes langs de Semois zorgen voor een gezellig sfeer. Slagerij ‘Chez Istace’ staat dan weer bekend om zijn uitstekend wild tijdens het seizoen. Jammer genoeg zijn we hiervoor nog een week of twee te vroeg.

Ook is het feodaal kasteel met op sommige dagen een spectaculaire roofvogelshow tussen de kasteelmuren een aanrader.

Besluit

De Transardense Route heeft voor mij volledig de verwachtingen ingelost, en ik sluit niet uit dat ik ze in de toekomst nog eens opnieuw afstap.

Behalve op de laatste etappe had ik dagelijks mijn fototoestel mee. Een extra obstakel, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik pakken mooie herinneringen overhoud aan dit avontuur.
Wie de route ook wil afstappen kan ons mailen via tomenliennatuurfotografie@telenet.be

Cijfers
  • De Transardense Route was 157 kilometer lang.
  • We waren 34 uren en 32 minuten in beweging
  • We wandelden aan een gemiddelde snelheid van 4,6 km/u
  • Het hoogste punt tijdens de route lag 559 meter boven de zeespiegel (Saint-Hubert), het laagste punt 200 meter (Porcheresse).
  • We hadden in totaal 3356 hoogtemeters, en 3360 laagtemeters. Prachtig in verhouding!
Via onderstaande links kan u alle etappes, alsook de volledige route gedetailleerd bekijken of downloaden in GPX-formaat:



De Transardense Route

Inleiding Het begon allemaal in 2011… Lien en ik gingen intussen reeds een tweetal jaar, meermaals naar de Ardennen. Samen z...