Inleiding
Het begon allemaal in 2011… Lien en ik gingen intussen reeds
een tweetal jaar, meermaals naar de Ardennen. Samen zaten we thuis Tv te kijken
toen ‘Vlaanderen Vakantieland’ begon. Die dag stond een reportage over de
Transardense Route op het programma onder de noemer “ à l’aise op de
transardennaisse ”.
De reportage was fantastisch en deed ons onmiddellijk watertanden naar onze
volgende trip, en ik wist het zeker: dit wil ik ooit eens doen!
Een vijftal jaar later botsten we in AS Adventure tussen de
reisboeken op een gids voor de Transardense Route. Ik kocht het boek, en ging
in het online archief van Vlaanderen Vakantieland nog eens op zoek naar de
bewuste reportage uit 2011. Wat was het weer dromen!
Na jaren zoeken naar een compagnon om de Transardense Route
met mij af te leggen kwam ik eind 2017 Lieven tegen, een vriend die ik al
enkele jaren niet meer had gezien. We praatten wat bij en bleken al snel
dezelfde interesses te hebben: natuur, wandelen en de Ardennen.
Al snel werden de plannen gesmeed om in september 2019 samen de Transardense
Route te wandelen.
Hierbij mijn verslag, vooraf gegaan door enkele weetjes over
de Transardense Route en tips om de route vlekkeloos af te leggen.
In het verslag besteed ik extra aandacht aan fauna, flora en
landschap. Alsook deel ik enkele vroegere ervaringen en goeie vakantietips aangaande
de verschillende streken die we tijdens de tocht doorkruisen (alle tips zijn geel gemarkeerd).
Wat is de Transardense Route ?
De Transardense route in kaart |
De Transardense Route is een wandelroute met vertrekpunt La
Roche en eindpunt Bouillon. De route slingert door de hoge Ardennen, en dat mag
je wel letterlijk nemen. In vogelvlucht liggen La Roche en Bouillon een kleine
57 kilometer van elkaar verwijderd, maar de afstand van de Transardense Route
bedraagt tussen de 153 en 161 kilometer. Voor de afstand hanteer ik een
interval, want de route kan vanwege enkele factoren sterk verschillen van
wandelaar tot wandelaar. Het soort meetapparatuur, de gekozen voorlaatste
etappe, eventuele omleidingen door boskap of jacht, en verschillende logeerplaatsen
zorgen soms voor afwijkende resultaten. Wij wandelden in totaal 157 kilometer.
De Transardense route maakt deel uit van de GTA (Grande
Traversée des Ardennes) en werd in 1980 uitgestippeld door " La maison de
la randonnée – GTA Belgique vzw”. De route bestaat uit zeven etappes met
verschillende afstanden, maar u kan de route uiteraard ook indelen zoals u zelf
wenst.
Op de tocht wandelt u door de grootste Ardense wouden (ik
schat zo’n 70% van de route), schilderachtige dorpen, en wordt u getrakteerd op
de meest indrukwekkende panorama’s.
Hoe vind mijn de weg op de route ?
De geel-witte markeringen van de route |
Tijdens de route moeten de geel-witte markeringen worden
gevolgd. Meestal zijn de markeringen heel duidelijk en zijn vergissingen zo
goed als onmogelijk, maar hier en daar zijn de markeringen aan vernieuwing/verduidelijking
toe. Daarom adviseer ik iedereen om de wandeling toch ook even te downloaden op
een wandel gps, of wandel app voor de smartphone. Ikzelf downloadde op voorhand
de app “Locus Map” op mijn smartphone. Hierop staat de route geheel duidelijk
in paarse kleur standaard aangeduid, zonder deze te moeten downloaden.
Ook is het interessant alvorens te vertrekken, de betekenis van de verschillende
geel-witte vormen te bestuderen. Naast
het blijven volgen, wordt u ook verwittigd voor veranderingen van richting of het
maken van foute keuzes. De markeringen hebben dezelfde betekenis als deze van
de GR-routes (bekende rood-witte tekens).
Waar logeren ?
Op de Transardense route liggen tal van hotels, B&B’s en
campings. Bij het uitstippelen van de route - en dan vooral de keuze van
vertrek -en eindpunten van de etappes - werd hier duidelijk rekening mee
gehouden. Al moet gezegd worden dat bij het uitstippelen van de route in 1980
waarschijnlijk het aanbod wat logies betreft in de Ardennen nog een pak hoger lag
dan anno 2020.
Verschillende reisbureaus en organisaties bieden pakketten aan, waarbij hotels
of B&B’s worden vastgelegd, een avondmaal wordt voorzien, en uw bagage dagelijks
wordt geleverd op het eindpunt van elke etappe.
Geoefende trekkers kunnen uiteraard van camping tot camping met hun volledige uitrusting.
Wij pakten het iets anders aan…
Aangezien Lien de wandelingen niet mee stapte maar wel meekwam richting
Ardennen, konden we kiezen voor een vast vakantiehuis en hadden we vanaf
hier een dagelijkse ‘taxi’ naar het vertrekpunt, en vanaf het eindpunt terug een
‘taxi’ naar het vakantiehuis.
Dagen waarop Taxi Lien andere plannen had (en let op: dit kan wel de perfecte
tip zijn voor duo’s die onze manier willen hanteren!) parkeerden we een wagen
aan vertrek -en eindpunt. We lieten eerst één wagen achter aan het eindpunt,
reden met de tweede naar het vertrekpunt, en reden op het einde weer samen met
de wagen aan het eindpunt naar deze bij het vertrekpunt (dit kan zo uit een
sketch van Gerard Vermeersch komen 😊).
Wij kozen als uitvalsbasis voor onze vaste stek in vakantiepark La Boverie in Jupille, vlakbij het startpunt.
Meer over dit vakantiepark vindt u in een andere post op onze blog.
Wij kozen als uitvalsbasis voor onze vaste stek in vakantiepark La Boverie in Jupille, vlakbij het startpunt.
Meer over dit vakantiepark vindt u in een andere post op onze blog.
Welke periode kies ik best ?
Wij kozen voor de derde week van september om verschillende
redenen:
- De Ardennen zijn voor ons persoonlijk op z’n mooist in de herfst. Bomen hebben de meest fantastische kleuren, alsook het landschap is dan het meest fotogeniek.
- Ook zijn de dagen nog vrij lang. In de winter wordt het voor de etappes boven de 25 kilometer toch wat krap om deze tussen zonsopgang en- ondergang af te leggen.
- Tijdens periodes van jacht zijn grote delen van het parcours afgesloten. Reken dat anno 2020 vanaf de laatste week van september tem eind februari stukken bos ontoegankelijk kunnen zijn.
- In de zomer is het een pak drukker op de wandelpaden en is het verblijf stukken duurder. Wel heeft u dan uiteraard de grootste kans op mooi weer.
De week waarin wij de wandeling aflegden was qua weer
perfect. Het kwik schommelde tussen de 18 en 25 graden, en het bleef de ganse
week droog.
Start
De start van de etappe is de Place de Bronze in La Roche. Meteen
komen we hier bij één van de weinige teleurstellingen op de route: hier staat
nergens een officiële vermelding van de start van Transardense Route. Ik had
immers al weken een foto in gedachten van ikzelf met het bord dat de start aankondigt.
Jammer maar helaas…
Het is wat zoeken naar het eerste geel-witte teken, maar ter hoogte van de
krantenwinkel op de hoek vindt u het terug en bent u vertrokken voor een
fantastische tocht door de mooiste streek van ons land.
Etappe 1: La Roche – Sprimont (21,5 km)
Zoals in bovenstaand hoofdstuk reeds vermeld start de route
in La Roche. Na zo’n kleine 800 meter begint meteen de zwaarste klim van de
volledige tocht. We klimmen hier maar liefst 154 meter op een afstand van 1,1
kilometer. Dat belooft! , denk je dan uiteraard.
De startklim in La Roche |
Echter is er na de klim genoeg tijd om te rusten en te genieten van het
landschap. Landwegen en kleine asfaltwegen wisselen elkaar af door de dorpen en
bossen van Hives, Lavaux, Erneuville en Cens.
Dit laatste dorp staat in mijn
geheugen gegrift. Toen we het dorp binnenkwamen hadden we reeds een vos en boomvalk
gespot, wat we als fervente wild -en vogelspotters uiteraard als een topstart
ervaarden! In de berm net voor het dorp lag een dood vrouwtje torenvalk. Vanuit
de staart trok ik een pluim, die tijdens de rest van de week als geluksbrenger in
mijn rugzak meereisde, en nu ligt te pronken in onze woonkamer.
Terwijl we het
dode dier inspecteerden cirkelde een gigantische rode wouw rondjes boven ons
hoofd, ongeduldig aan het wachten tot we weer vertrokken om de dode torenvalk
als middagmaal te verorberen.
Mogelijk wilde kat |
Ook zagen we in de velden een kat, die er toch verdacht wild uit zag. Oordeel
zelf op de foto.
Bio-boerderij met automaat in Cens |
Wanneer men Cens binnenkomt heeft men net de helft van de eerste etappe
afgewandeld en passeert men een bio-boerderij, waar een automaat met gekoelde
dranken en etenswaarden ter beschikking van de passant staat. Even de bankkaart
invoeren, keuze maken, en klaar is kees. Wij kozen uiteraard voor een fris
biertje, en genoten een kwartiertje van de stralende zon op het bankje bij de
automaat.
Raven Wyompont |
Vanuit Cens stappen we verder over het plattenland richting Wyompont.
Vanaf hier neemt bos het over van het platteland tot aan de snelweg N4. Op het
grondgebied van Wyompont werden we getrakteerd op het grootste spektakel van de
dag, al dan niet van de volledige route. Een dertigtal raven cirkelde luid
roepend rondjes boven het bos. Een nieuwsgierige buizerd werd prompt
aangevallen door deze indrukwekkende vogels. Absoluut een topbeleving, als je
weet dat de raaf in onze eigen regio uiterst zeldzaam is. We bleven hier toch
wel een klein half uurtje genieten.
Oversteek van de N4 |
Voor het eindpunt in Sprimont wordt bereikt, moet de N4 nog
worden gekruist.
Dit is de eerste van twee grote snelwegen waar we op deze
route over moeten. Hier bevinden we ons ook op het hoogste punt van de eerste
etappe, namelijk 481 meter. Na de oversteek zijn we nog slechts 2,5 kilometer
verwijderd van het eindpunt. Op een kleine honderd meter van het einde wandel
je langs het domein van Wachirock. Hier kan om het einde van de eerste etappe
te vieren, nog iets worden geconsumeerd op het gezellig terras van het
campingrestaurant.
Gecharmeerd door deze eerste etappe, kijken we rijkhalzend
uit naar de rest van de tocht.
Etappe 2: Sprimont – Saint-Hubert (21,5 km)
De tweede etappe start in Sprimont en leidt ons
hoofdzakelijk door het bos naar Saint-Hubert, de hoofdstad van de jacht. In
Sprimont is ook het ‘Maison de la Randonnée’ gevestigd, dat de Transardense
route beheert.
Het hoeft dus niet te verbazen dat deze etappe tot in de puntjes
is bewegwijzerd met geheel vernieuwde en gedetailleerde bewegwijzering. Let er
wel op dat er op dit traject - meer bepaald in Lavacherie- ook een plaatselijke wandeling werd bewegwijzerd, eveneens
met geel-witte bordjes. Extreem verwarrend en opletten geblazen dus!
We duiken vanuit de dorpskern van Sprimont een prachtig
natuurgebied binnen dat ons via knuppelpaden en mooi onderhouden wandelwegen
richting Lavacherie leidt. Hier wandelen we een tijdje door de dorpskern, maar
al snel verlaten we de bewoonde wereld en stappen we enkele kilometer langs de
bosrand tot op een hoogte van 480 meter, om hierna op een afstand van 2
kilometer zo’n 120 meter te dalen tot in het gehucht Tonny. Hier duiken we het
woud van Saint-Hubert in voor de komende 7 kilometer.
Tijdens dit gedeelte door de bossen horen we opnieuw enkele
raven, maar ook zwarte spechten. De zwarte specht hoorden wij voor de eerste
keer, maar deze aparte roep vergeten we vanaf nu nooit meer.
Lieven heeft zijn droomhuis gevonden |
Na het bos te hebben verlaten, wandelen we over het platteland met nog een kort
gedeelte bos richting Saint-Hubert. Onderweg heeft Lieven in het
dorp Vesqueville zijn droomhuis gevonden. Ver weg van alles en iedereen, en
omringd door de mooiste natuur die ons land te bieden heeft. Dromen mag
uiteraard.
We steken iets verder via een brugje de drukke N89 over en komen
aan in Saint-Hubert.
Hier hebben we uiteraard een dorstlesser verdiend, en doen
we samen met Lien - die nagenoeg samen met ons aankomt - een terrasje bij hotel
2G. Hier logeerden Lien en ik een weekendje in 2012. Het hotel ziet er van
buitenaf nog geen haar veranderd uit. Wij daarentegen…
Saint-Hubert in zicht |
Onlangs werd het centrum van de stad Saint-Hubert onder
handen genomen, waardoor het eerder slordige stadscentrum nu een aantrekkelijke
look heeft gekregen. De basiliek is zeker een bezoekje waard, en voor de
bourgondiërs onder ons is Le Table des Champlons dé place2be voor de
befaamde Ardense Collier.
Tot vorig jaar kwamen wij in Saint-Hubert geregeld dineren in ‘L’Ancien Hôpital’.
Hier zorgden Hans en Ann voor de ultieme culinaire verwennerij. Sinds kort
hebben zij hun concept veranderd, en kan l’Ancien Hôpital enkel nog door
groepen worden afgehuurd. Anders dan bij traditionele gîtes is dat je hier
niet hoeft te koken, maar Hans en Ann je dagelijks zowel ontbijt, middagmaal als
avondmaal voorschotelen. Ook worden verscheidene seizoensarrangementen
georganiseerd, met als topper het hertenarrangement tijdens de bronst van het
edelhert.
Voor ons is Saint-Hubert vooral de place2be voor het spotten en fotograferen
van wilde dieren. Tijdens de hertenbronst eind september gaat het burlen van
het hert ’s nachts door merg en been. Ook de vele uitkijkposten op verschillende
locaties in de stad en zijn deelgemeentes kunnen, wie stil is en de regels
respecteert, geweldige ontmoetingen opleveren met edelherten, wilde zwijnen,
reeën, vossen, dassen enz…
Wie meer tips wil voor het wildspotten in Saint-Hubert en omgeving, kan ons altijd contacteren via tomenliennatuurfotografie@telenet.be
Etappe 3: Saint-Hubert – Nassogne (26 km)
De derde etappe van Saint-Hubert richting Nassogne is degene
waar Lieven en ik het meest hadden naar uitgekeken. Officieel is dit de langste
etappe van de Transardense route, en ze is heel eenvoudig te beschrijven: 26
kilometer lang stijgen en dalen door het woud van Saint-Hubert richting
Nassogne.
Zicht op de stad tijdens de eerste klim |
Nu gaan we dalen tot we na 16 kilometer wandelen aankomen
bij Fourneau Saint-Michel, ook het ‘Bokrijk van de Ardennen’ genoemd. Dit is
een drukbezochte plaats die veel toeristen lokt, al was mijn eerste bezoek
enkele jaren geleden wellicht ook mijn laatste. Elk zijn smaak zeker?
Overleden vuursalamander |
Wanneer we iets verder opnieuw naar links een bospad mogen nemen lijkt de
laatste rechte lijn naar Nassogne te zijn ingezet. We hebben dan sinds Fourneau
Saint-Michel over een traject van 4 kilometer zo’n 220 meter geklommen.
Het vervolg van de tocht laat ons rustig licht dalend
slingeren, maar uiteraard beseffen we dat Nassogne niet in een dal ligt. Met nog
één kilometer te gaan volgt een slotklim met 100 meter hoogteverschil. Het
eindpunt van deze etappe is hierna bereikt!
In de auto is het broeiend heet, maar we zijn heel tevreden dat we deze etappe
vrij vlot hebben afgelegd en het mooie Nassogne hebben bereikt. Onze
verwachtingen zijn – met uitzondering van het spotten van een hert – voor 100%
ingelost!
Nassogne is een bekend, maar niet extreem groot dorp. Wel
hebben ze hier een trekpleister voor elke fijnproever, namelijk La ferme de
Magerotte. Hier worden varkens gekweekt in de voor hen beste omstandigheden: ze
hebben elk hun ‘chalet’ en een enorm beloop tot in het bos. Hierdoor zijn ze
vrij van stress, en smaakt het varkensvlees dat kan aangekocht worden in de
bijhorende slagerij in het centrum van Nassogne supermals!
Wie Nassogne met de wagen verlaat in de richting van Champlon komt iets voorbij
de Ferme de Magerotte op de linkerkant een opmerkelijke constructie tegen,
namelijk het Life+ observatieplatform van Elia (beheerder Belgisch
hoogspanningsnet) en RTE (beheerder Frans hoogspanningsnet). Het doel van het Life+
project, gestart 2011, is de stroken land onder bovengrondse
hoogspanningsleidingen in bebost gebied om te vormen naar ecologische corridors
in België en Frankrijk. Vanaf het platform in Nassogne kan je een kilometer ver
kijken, wat dit één van de beste plaatsen in de Ardennen maakt waar je wildlife
kan spotten vanop enkele meter van je geparkeerde wagen.
Etappe 4: Nassogne – Mirwart (17,5 km)
De vierde etappe van Nassogne naar Mirwart is de kortste van
de zeven. Ideaal na de zware etappe van gisteren. Zoals verwacht is dit ook de
saaiste etappe, met lange stukken wandelen langs gewone asfaltwegen.
Zicht op Chooz vanuit Masbourg |
Vanuit Masbourg begint een vrij lange klim die zo’n 2,5
kilometer over een asfaltweg gaat. Hierna verlaten we de weg om een mooi stuk door
het bos te stappen. Wanneer we ter hoogte van het dorp Mormont in het bos plots
getrakteerd worden op een panorama aan onze linkerzijde, zien we iets heel opmerkelijk:
we hebben hier een fantastisch zicht op de bossen bij Nassogne, en merken midden
in het bos een soort ‘Balkan’-appartementsgebouw op.
Achteraf gezien zijn we
hier gisteren vlakbij langsgewandeld in het bos, en blijkt dit de ‘Résidence
Nanfurnal’ te zijn. Dit gebouw met 91 flats is eigendom van de gemeente
Nassogne en werd in 1968 in gebruik genomen. De bewoners hebben hier
ongetwijfeld een prachtig uitzicht, maar wat is dit afschuwelijk lelijke gebouw
een doorn in het oog van het landschap.
Résidence Nanfurnal |
Na onszelf in de wang te hebben
geknepen en te hebben beseft dat dit alles echt was, wandelen we verder om verder
af te dalen naar de verbindingsweg tussen Saint-Hubert en Rochefort. We hoeven
hier slechts een tiental meter langs te wandelen, om via de asfaltweg opnieuw te
klimmen richting Awenne.
In Awenne hadden Lien en ik een aantal jaren geleden een
fantastische vakantie! We huurden vakantiehuis ‘Le Trou du Loup’ voor een
midweek. Dit kleine gerenoveerde jachthuisje biedt plaats aan vier personen en
is volledig omheind voor honden. Je hebt er een fantastisch zicht over het
mooie woud van Saint-Hubert. Een absolute aanrader!
Afdaling door het bos vanuit Awenne |
De verbindingsweg moet worden gekruist, en dan volgt nog een
vrij lang en eerlijk gezegd vrij saai stuk langs de asfaltweg richting het eindpunt
van deze etappe in Mirwart.
Voor wie in de Ardennen vertoeft en een makkelijke wandeling
wil maken zonder al te veel onverhard te moeten wandelen en zonder snel
verloren te lopen, is Mirwart zeker een aanrader. In het Domaine de Mirwart kan
je verschillende wandelingen maken over de makkelijk te bewandelen verharde paden.
Etappe 5: Mirwart – Daverdisse (23,5 km)
De etappe van Mirwart richting Daverdisse was er één waar ik
vooraf reeds hoge verwachtingen van had, en wat werden ze die dag ingelost. Deze
etappe had werkelijk alles!
Oversteek van de E411 |
Wanneer we Transinne verlaten, steken we de N899 over
(opgelet bij het oversteken, de auto’s en vrachtwagens vlammen hier voorbij!)
en nemen we een landweg richting het bos dat zo’n 200 meter van de straat
verwijderd ligt. Hier staat een grote poort die de wandelaar zelf dient te
openen, wat allemaal vrij makkelijk gaat.
We wandelen door dit prachtige bos en dalen af naar de
Lesse. Na 2 kilometer is de Lesse bereikt, en wat is dit een fenomenaal mooie
plek! Ik had al honderden verborgen parels gezien in de Ardennen, maar deze
behoort zeker tot mijn top 5! Het is hier muisstil, je bevindt je midden in het
bos en de Lesse kabbelt rustig tussen de rotsblokken waarop je even kan
uitrusten.
Ik neem hier even de tijd om met een lange sluitertijd de Lesse op
foto om te toveren tot een watergordijn. We blijven hier zeker een half uur
genieten, en gaan met pijn in het hart verder. Nu is het stijgen over een wat
moeilijk te bewandelen pad met grote stenen en keien dat later overgaat in een
grassig weggetje, waar het opnieuw uitzonderlijk mooi is. Aan het einde van het
weggetje moet opnieuw een poortje worden geopend, waarna we in het dorp Redu
aankomen.
Fantastisch moment aan de Lesse |
Er zijn ook een pak horecazaken,
en uiteraard genieten we hier van een streekbiertje op een zonnig terras.
Lieven kuiert nog wat tussen de tweedehandsboeken, ik telefoneer even met Lien,
en we vertrekken opnieuw voor de laatste 7,5 kilometer van deze etappe.
De eerstvolgende 4 kilometer gaan opnieuw langs de gewone weg, maar het wordt alleen maar boeiender.
De eerstvolgende 4 kilometer gaan opnieuw langs de gewone weg, maar het wordt alleen maar boeiender.
ESA Redu |
Waterspreeuw |
Etappe 6: Daverdisse – Mon Ideé (28 km)
Met de finish al in het achterhoofd starten we deze etappe van
Daverdisse richting Mon Idée met volle moed. Echter blijkt achteraf dat deze
etappe onze langst geregistreerde etappe is tijdens deze Transardense Route.
Dit heeft alles te maken met het laatste stuk, waarbij je twee opties hebt.
Na 18,5 kilometer wandelen op deze zesde dag, heeft de
wandelaar twee keuzes. Hij kan wandelen tot in het (niet meer bestaande)
gehucht Mon Idée, of nog kleine twee kilometer stappen tot in Paliseul. De
keuze voor de eerste optie zorgt ervoor dat de laatste etappe een pak korter
wordt en het originele traject wordt aangehouden, echter is voor de doorreizer
de tweede keuze de beste. In Paliseul is heel wat eet -en slaapgelegenheid,
terwijl Mon Idée enkel bestaat uit wat verlaten gebouwen en de drukke weg
tussen Dinant en Bouillon. Wellicht was hier bij het uitstippelen van de Transardense
Route een hotel of camping aanwezig.
Van de naam ‘Mon Idée’ is niks meer terug
te vinden, dus let goed op als u dezelfde keuze als ons maakt om een auto bij
het eindpunt te plaatsen. Er is een grote parking bij een verlaten gebouw waar
de Transardense Route de weg tussen Dinant en Bouillon kruist. Hier kan je
makkelijk de wagen achterlaten.
De start in Daverdisse begint met een klim in het dorp,
waarna we al snel een doodlopende straat in wandelen die op het einde overgaat in
een onverhard pad door het bos. We blijven klimmen tot 425 meter hoogte, waarna
we afdalen naar Porcheresse.
De weides links en rechts voor het binnenkomen van Porcheresse
zijn volledig omgewoeld door everzwijnen, er schiet werkelijk geen grassprietje
meer van over. Ik heb persoonlijk al honderden weides gezien met vroetsporen,
maar deze overtreffen echt alles!
Prachtige kleine gîte in Porcheresse |
Dit huisje is een absolute aanrader voor alleenstaanden of een
koppel met hondje, die er een weekendje tussenuit willen. De huurprijs is heel
laag, en alle noden zijn aanwezig. We krijgen het mailadres en telefoonnummer
van de eigenares, zodat we niet via dure websites hoeven te reserveren als we hier
ooit eens op vakantie willen komen.
Wie over dit huisje meer info wenst, kan ons altijd contacteren via tomenliennatuurfotografie@telenet.be
.
Wanneer we Porcheresse verlaten zijn we iets te enthousiast
aan het napraten over de gîte en de vriendelijke eigenares, waardoor we een
afslag missen en een vijfhondertal meter op onze stappen moeten terugkeren.
We verlaten de weg en wandelen opnieuw richting bos.
Na drie kilometer stappen
door het bos komen we aan in Our. Voor ons beide was het de eerste maal in dit
dorp, en we hadden dan ook absoluut niet verwacht in zo’n toeristische trekpleister
terecht te komen. Our is het dorp van sterrenchef Maxime Collard.
Hier kan je
een stop maken in brasserie ‘Les terrasses de l’Our’, of voor wie enkele
honderden euro’s teveel meesleurt op de wandeling dineren in het tweesterrenrestaurant
‘La table de Maxime’. De chef verhuurt ook een vakantiewoning en een ‘Eco-verblijf’
tussen de bomen. Deze laatste boomhut-achtige constructie aan de rand van het
bos, en met zicht op de rivier en de brasserie springt meteen in het oog bij
het verlaten van het bos en het binnenwandelen van Our.
Our |
We hadden ons voorgenomen in Our onze middagstop te houden,
maar besluiten toch eerst even weg te wandelen uit de drukte van strak in het
pak gekleedde toeristen en wagens met het prijskaartje van een comfortabele
ééngezinswoning.
Na het dorp Our dus te hebben verlaten, mogen we opnieuw de
rust van het bos opzoeken. We houden even halt voor onze picknick en wandelen
verder. Enkele honderden meter verder is het toch wat schrikken: langs het
bospad zien we alle struikgewas en jonge boompjes heen en weer bewegen en horen
we een tiental everzwijnen knorren. We proberen ze te zien te krijgen vanop een
jachtkansel, maar zonder succes. Als ze ons horen praten, vluchten ze weer het
bos in.
Na het verlaten van het bos wandelen we nu opnieuw een stuk
van een viertal kilometer over de gewone weg. We doorkruisen de dorpen Beth en
Opont, tot we op de splitsing komen waar we het eerder in dit hoofdstuk over
hadden.
We kiezen om de route te volgen naar Mon Idée. Hier laat de bewegwijzering
helemaal te wensen over. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat wie de route via
een organisatie afstapt, dit meestal met Paliseul als eindbestemming voor de
voorlaatste etappe doet vanwege de aanwezige eet -en slaapgelegenheden. We
besluiten voor alle zekerheid dan maar de route te volgen via de app op de smartphone,
wat er - naast het foutje in Porcheresse - voor zorgt dat we op het einde van
de etappe 28 kilometer hebben gestapt, en dit onverwacht de langste etappe van de
volledige Transardense Route werd.
Na vanaf de splitsing eerst een stukje door
het bos te hebben gewandeld, begint een wat vervelend stuk. Dit vanwege het
constant heen en weer rijden van enkele boeren over de kleine weg die we een kilometer
dienen te volgen. We moeten voortduren opzij en hebben elk een kleine kilogram zand
binnen…
Stukje langs het spoor |
We volgen de treinsporen tot aan het brugje iets verderop. We gaan onder het
brugje en volgen de sporen nog enkele tientallen meter aan de andere kant. Hierna
duiken we opnieuw het bos in voor de laatste drie kilometer van de tocht.
Na een vermoeiende en onverwacht lange etappe op deze hete septemberdag
zijn we blij de auto te bereiken.
Op naar morgen voor onze laatste dag op de Transardense Route!
Etappe 7: Mon Idée – Bouillon (18,5 km)
Vandaag zijn we klaar voor de laatste loodjes over een terrein
dat voor mij een pak bekender is dan voor Lieven.
Reeds jaren komen Lien en ik in
november op vakantie in de streek van Bouillon. De laatste jaren logeerden we
in B&B ‘La Chasse aux Trésors’ (zie ander artikel op onze blog hieraan
gewijd) in Oizy, vakantiehuis La Semois et Moi in Rochehaut en vakantiehuis
Domaine du Pichoux in Bellevaux.
Vrienden van ons wonen in het nabijgelegen
Patignies.
Vandaag brengt Lien ons naar de start in Mon Idée en rijdt
ze met de wagen door naar Bouillon, waar ze ons enkele uren later zal
opwachten.
In deze streek zijn de bossen hier en daar heel dicht en
donker. Het is in deze bossen dat we jaren geleden onze eerste ontmoetingen
mochten hebben met edelherten, groepen everzwijnen en de wilde kat.
Een voor Lien en ik historisch bankje |
We volgen hier een lang, maar zeer rustig en mooi stuk
asfaltweg. Aan beide kanten van de weg staan hier duizenden kerstbomen te popelen
om binnen een tweetal maanden in een huiskamer te mogen pronken.
Na een eindje stappen kruisen we de weg die Menuchenet met
Rochehaut verbindt en duiken we opnieuw het bos in. We gaan een stuk door, en
een stuk langs het bos tot in het dorp Mogimont.
Onderweg passeerden we ook de
achterzijde van de Fruytier Scrierie in Vivy. Deze enorme houtzagerij die deel
uitmaakt van een grote groep in België en Luxemburg, kostte ons vanwege de sterke
westenwind en het lawaai van de zagerij enkele slapeloze nachten in vakantiehuis
Domaine Du Pichoux aan de overkant van de weg. Het vakantiehuis staat compleet
afgezonderd van de bewoonde wereld, maar ligt spijtig genoeg zeer dicht bij dit
24/24 actief bedrijf.
Vanuit Mogimont slingeren we opnieuw door het bos tijdens het
voor mij mooiste gedeelte van de wandeling. In de verte horen we de drukke
verbindinsweg tussen Dinant en Bouillon, die we tijdens de ganse etappe
parallel volgen, steeds dichterbij komen.
Na een drietal kilometer verlaten we het bos om aan te komen
in Sensenruth. We wandelen door dit dorp om na het verlaten ervan een vrij
zware klim te starten, waarna we hopen Bouillon in zicht te krijgen.
Na deze
laatste kuitenbijter is Bouillon spijtig genoeg nog steeds niet in zicht en
komen we aan in het dorpje Curfoz. Hier is het wat verwarrend. De Transardense
Route loopt voor een groot deel gelijk met de GR15, en ook hier zou je
verwachten dat we de GR15 zullen volgen via het mooie onverharde pad op onze
linkerkant. Echter volgen we de verharde weg, die zich trouwens in een heel
belabberde staat bevindt. Even verder komen we opnieuw samen met de GR15 (wie
dit wil kan dus gerust het onverharde pad even als alternatief nemen).
Zicht vanop La Belvédère |
De toren is ook met de wagen bereikbaar voor wie in de streek op vakantie is,
al is dit over de eerder vernoemde belabberde weg zeker geen aanrader. Om de
toren te bezoeken is de beste keuze een aangelegd pad vanuit het stadscentrum,
al is dit wel enkel voor de geoefende wandelaar.
Wij nemen dit pad in de omgekeerde richting met bestemming stadscentrum
Bouillon. Waar tijdens de eerste etappe in La Roche meteen bij het begin de
zwaarste klim van de Transardense Route op het programma stond, krijg je hier
op het einde in Bouillon de zwaarste afdaling voorgeschoteld. Met reeds 155
kilometer in de benen is dit voor mij zeker geen lachtertje. Lieven heeft
weinig problemen met de afdaling, maar ik verbijt het toch wel even door de
pijn in mijn scheenbenen.
We wandelen langs de achterkant van het kasteel van Godfried
van Bouillon om verder onder een brug te wandelen en het eindpunt van de
Transardense Route te bereiken. Ook hier is net als in La Roche geen enkele
verwijzing te vinden mbt de route. Gelukkig staat Lien hier paraat om ons te
feliciteren met de geweldige prestatie!
Wie aankomt in Bouillon kan hier gerust zijn dag vullen,
zeker bij mooi weer. In tegenstelling tot enkele jaren geleden bruist de stad
weer. Winkeltjes zijn opnieuw geopend, en de vele gezellige terrasjes langs de
Semois zorgen voor een gezellig sfeer. Slagerij ‘Chez Istace’ staat dan weer
bekend om zijn uitstekend wild tijdens het seizoen. Jammer genoeg zijn we hiervoor
nog een week of twee te vroeg.
Ook is het feodaal kasteel met op sommige dagen een spectaculaire roofvogelshow
tussen de kasteelmuren een aanrader.
Besluit
De Transardense Route heeft voor mij volledig de verwachtingen
ingelost, en ik sluit niet uit dat ik ze in de toekomst nog eens opnieuw afstap.
Behalve op de laatste etappe had ik dagelijks mijn fototoestel mee. Een extra
obstakel, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik pakken mooie herinneringen
overhoud aan dit avontuur.
Wie de route ook wil afstappen kan ons mailen via tomenliennatuurfotografie@telenet.be
Cijfers
- De Transardense Route was 157 kilometer lang.
- We waren 34 uren en 32 minuten in beweging
- We wandelden aan een gemiddelde snelheid van 4,6 km/u
- Het hoogste punt tijdens de route lag 559 meter boven de zeespiegel (Saint-Hubert), het laagste punt 200 meter (Porcheresse).
- We hadden in totaal 3356 hoogtemeters, en 3360 laagtemeters. Prachtig in verhouding!
Via onderstaande links kan u alle etappes, alsook de volledige route gedetailleerd bekijken of downloaden in GPX-formaat: